Gedragscode


SVAA organiseert het Sinterklaasfeest voor Amsterdammers voor wie het bijwonen van de grote Sinterklaasintocht in Amsterdam en/of het vieren van Sinterklaas niet vanzelfsprekend is (kwetsbare doelgroepen). Daarbij spelen de onderlinge omgangsvormen binnen de organisatie - en in de contacten met mensen buiten de organisatie - een belangrijke rol.

Naast een goede kwaliteit van wat we doen, gaat het ons ook om communicatie en bejegening. Daarin moet duidelijk en helder zijn wat we van onze vrijwilligers verwachten.
Deze gedragscode wil die duidelijkheid verschaffen. Tegelijkertijd houden we niet van bureaucratisch gedoe, maar willen we regels hebben en toepassen om een leuke en veilige omgeving te hebben en behouden. Waarbij we vooral ook plezier willen hebben met wat we doen vanuit SVAA. En zonder het speelse en spontane karakter van het Sinterklaasfeest en daarbij Sinterklaas en de Pieten te willen inperken.

Doel
Het doel van deze gedragscode is helder en duidelijk maken wat we van onze vrijwilligers (inclusief de bestuursleden) verwachten. Door de normen en waarden van de organisatie in een gedragscode te vatten, willen we binnen SVAA gewenst gedrag bevorderen. Waarmee we vrijwilligers en mensen uit de kwetsbare doelgroepen beter willen beschermen tegen ongewenst gedrag.

Bestemd voor
Deze gedragscode is van toepassing op alle vrijwilligers en anderen, die betrokken zijn bij de activiteiten van SVAA.


1. Respect

De basisnorm voor onderlinge bejegening en communicatie is: behandel de ander – de mens uit de kwetsbare doelgroepen en de andere vrijwilligers - zoals je zelf behandeld zou willen worden: met respect voor zijn of haar persoon, gedachtewereld, levensbeschouwing, lichamelijke- en psychische integriteit. Daarbij hoort dat je elkaars ‘eigenaardigheden’ (de verschillen tussen mensen) accepteert. Het respect voor een ander heeft ook betrekking op eigendommen en bezittingen, die de ander toebehoren.

Respect betekent niet dat je jezelf moet wegcijferen. Integendeel, zit je iets dwars, spreek de ander daar op een rustige manier op aan. Als je meent dat de ander jouw grens overschrijdt, is het ook jouw verantwoordelijkheid om dat te signaleren en aan de orde te stellen. In onze organisatie mag een vrijwilliger nee zeggen, mits dat op een respectvolle wijze geschiedt en ook wordt verantwoord. Is de drempel te hoog om dat in een rechtstreeks contact te doen, vraag dan een derde (vertrouwenspersoon, vrijwilliger, bestuurslid) om advies.


2. Handelen in overeenstemming met de kernwaarden

In alles wat wij doen staat de relatie centraal. Allereerst die met de mensen uit de kwetsbare doelgroepen. Dan die met de directe omgeving van die kwetsbaren (ouders, hulpverlening en andere relaties). De relatie met mensen in de samenleving, met instanties en de overheid is erg belangrijk. Tot slot onze relaties onderling; samen maken we ons vrijwilligerswerk succesvol en het leven van mensen plezierig. Dat doen we vanuit onze kernwaarden.

Onze kernwaarden – verbinding & ontmoeting, barmhartigheid, inclusie & diversiteit, integriteit – zijn ons kompas.

Onze kernwaarden geven richting voor onze organisatie en alle betrokkenen. De kernwaarden zorgen voor borging en continue verbetering van kwaliteit, ontwikkelen van opgebouwde kennis, bewaken van de affiniteit en moeten actueel worden gehouden. Wij toetsen onszelf regelmatig aan onze kernwaarden en verwachten naleving daarvan door iedereen, die betrokken is bij het organiseren van onze activiteiten.

De kernwaarden geven richting aan hoe we tijdens onze activiteiten omgaan met kwetsbare mensen en het beleid van onze organisatie. Ze maken zichtbaar wat onze overtuigingen zijn en voelbaar hoe we die in praktijk brengen.

3. Verantwoordelijkheid

Binnen SVAA bestaat een aantal afspraken en regels. Zij zijn bedoeld om de kwaliteit van onze activiteiten te borgen, gestelde doelen te bereiken en de onderlinge samenwerking constructief te laten verlopen. Deze doelen kunnen alleen bereikt worden als zowel betrokkene als de ander erop kan rekenen dat afspraken en regels nagekomen worden en dat wij elkaar daar zo nodig op aanspreken. Dat is gebaseerd op een professionele houding en wederzijdse verantwoordelijkheid.

Wij verwachten van vrijwilligers, dat zij zichzelf en elkaar aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor een goede sfeer. Pesten, (seksuele) intimidatie en andere vormen van grensoverschrijdend gedrag zijn in onze organisatie niet toelaatbaar. Dat geldt zowel in de omgang met andere vrijwilligers als in het contact met mensen uit de kwetsbare doelgroepen.

Ieder voor zich en wij allen gezamenlijk hebben de verantwoordelijkheid om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, te signaleren en er tegen op te treden. Als de drempel om rechtstreeks aan te spreken te hoog voelt - bijvoorbeeld omdat we ons afvragen wat ons nu precies tegenstaat of omdat we de mogelijke consequenties van ‘aankaarten’ niet voorzien - dan kan een derde (bestuurslid, andere vrijwilliger, vertrouwenspersoon) helpen bij het bepalen van het juiste pad. Van vrijwilligers verwachten we in zo’n situatie van drempelvrees dat zij die derde om advies vragen.

4. Eerlijkheid

Bij een meningsverschil of een conflict, of bij onduidelijkheid over wie wat waarom en wanneer heeft gedaan of nagelaten, passen we hoor en wederhoor toe.

We zijn voorzichtig met het beschuldigen van een vrijwilliger of iemand uit de doelgroep of directe omgeving daarvan. We staan ervoor open dat er wellicht in ons eigen gedrag ook onvolkomenheden zijn. We dekken meningsverschillen en conflicten niet toe. Wij streven naar openheid en transparantie en zoeken naar een rechtvaardige en werkbare oplossing door de dialoog aan te gaan.

Wij nemen vrijwilligers serieus, die praten over zaken die binnen onze organisatie niet deugen. Wij verwachten dat zij eerst binnen de organisatie met andere vrijwilligers en bestuursleden over hun observaties spreken en bereid zijn hierover op een eerlijke wijze de dialoog te voeren.

Eerlijkheid is op een respectvolle manier zeggen wat we denken met de intentie de dialoog te voeren. Eerlijkheid heeft te maken met de sfeer en de cultuur van een organisatie. Uiteraard is het van belang dat eerlijkheid niet verward wordt met botheid en disloyaliteit.


5. Insiders en outsiders

In tal van situaties in onze organisatie bestaat een hechte verbondenheid met elkaar (’teamgevoel’). Dat is een groot goed, maar kan voor ‘nieuwkomers’ een barrière opwerpen.
De ‘insiders’ moeten de ‘outsider’ de gelegenheid geven zich tot ‘insider’ te ontwikkelen en hem of haar daarbij steunen. En van de ‘outsider’ verwachten we dat hij of zij z’n best doet om ‘erbij te horen’.


6. Middelen

Van vrijwilligers verwachten we dat ze zorgvuldig met de middelen, die de organisatie hen ter beschikking stelt, omgaan. Het is niet toegestaan om goederen en faciliteiten van SVAA voor jezelf of andere doeleinden te gebruiken, tenzij een bestuurslid daarvoor vooraf toestemming geeft.


7. Informatieverstrekking

Respect voor mensen uit de kwetsbare doelgroepen - en voor andere vrijwilligers - blijkt ook uit de manier waarop we met informatie over de persoonlijke levenssfeer omgaan.

Wij communiceren daarover niet met derden, tenzij een bestuurslid of aanspreekpunt voor de desbetreffende kwetsbare medemens daarvoor toestemming geeft of de wet het van ons verlangt. Het uitwisselen van documenten en van SVAA aan derden is wel toegestaan, mits in overleg met het bestuur.


8. Relaties

Professionele relatie met kwetsbaren
Iedere vrijwilliger geeft op professionele wijze vorm aan het contact met de kwetsbaren en diens familie of vertegenwoordigers. Professioneel betekent dat een vrijwilliger:

  • een kwetsbare altijd en overal respectvol bejegent
  • het contact nooit voor eigen voordeel gebruikt
  • de plicht heeft de kwetsbare persoon te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en (seksueel) machtsmisbruik
  • geen zaken geheim houdt als het welzijn van de kwetsbare in het geding is.


Seksualiteit en seksueel misbruik
Seksueel contact met kwetsbaren is strikt verboden. Bij gegronde vermoedens van seksueel misbruik met een vrijwilliger als dader en een kwetsbare als slachtoffer, doen we altijd aangifte bij de zedenpolitie. Bij vaststelling van seksueel misbruik beëindigen we de relatie met de betrokken vrijwilliger onmiddellijk.We realiseren ons dat affectieve en erotische gevoelens zich niet laten dwingen door geboden en verboden. Wel stellen we nadrukkelijk dat de vrijwilliger persoonlijk verantwoordelijk is voor het signaleren en bespreekbaar maken van deze gevoelens als ze een kwetsbare betreffen.

Als de toenadering tussen een vrijwilliger en kwetsbare de grens van het aangaan van seksueel contact (in welke vorm dan ook) nadert, is de vrijwilliger verplicht het bestuur van SVAA hiervan direct op de hoogte te stellen, zodat er onmiddellijk maatregelen genomen kunnen worden en zodat SVAA het handelen van de medewerker kan toetsen.
Bij dit alles zal ook de maatschappelijke organisatie worden betrokken, waaraan de desbetreffende kwetsbare verbonden is.


9. Kleding

De aanspreekbaarheid waarover het in deze gedragscode gaat, heeft ook betrekking op de wijze van kleden, juist omdat we met het Sinterklaasverhaal een bepaalde beleving neerzetten.
SVAA stelt daartoe kleding ter beschikking, die op de door SVAA aangegeven wijze dient te worden gedragen en behandeld.

Uitdrukkelijk is de kleding ter beschikking gesteld door SVAA uitsluitend voor gebruik gedurende het evenement. We stellen kleding ter beschikking, waar we gedegen over nadenken zodat het passend is voor het Sinterklaasfeest. Andere kleding, schoeisel en accessoires door vrijwilligers tijdens en rondom onze activiteiten mogen daar geen afbreuk aan doen en zullen niet bedoeld zijn om symboliek grof te zijn, uit te lokken tot agressie of discriminerend of bedoeld zijn om reacties op te wekken.

Wanneer je in een door SVAA beschikbaar gesteld pak rondloopt (als Sint of Piet) ben je een directe vertegenwoordiger van SVAA. Dat betekent dat je zorgvuldig omgaat met deze rol. Drinken in excessen, het gebruik van drugs en andere zaken waar het imago van Sint, Piet en/of SVAA schade van kan oplopen zijn dus niet de bedoeling.


10. Geweld, discriminatie, pesten

Geweld tegenover kwetsbaren is absoluut niet toegestaan.

Komt een vrijwilliger echter in een situatie terecht waarin hij of zij lijf en leden moet verdedigen, dan staan we achter die vrijwilliger. We zullen achteraf wel samen nagaan hoe zo’n situatie heeft kunnen ontstaan en of het gebruik van geweld inderdaad niet (meer) te vermijden viel.

Agressie en geweld, discriminatie of pesten tegenover vrijwilligers is absoluut niet toegestaan. Bij vaststelling daarvan, uiteraard na hoor en wederhoor, volgen maatregelen vanuit het bestuur van SVAA.


11. Digitale communicatie

Privacy vrijwilligers
We verwachten van vrijwilligers dat ze hun eigen privacy goed in de gaten houden. Het gebruik van een privételefoon in het contact met kwetsbaren, hun familie of vertegenwoordiger past daar niet (goed) bij: denk daar dus goed over na.

Privacy kwetsbaren
Vrijwilligers moeten ook uiterst zorgvuldig omgaan met de privacy van de mensen van onze kwetsbare doelgroepen.
Het is daarom niet toegestaan om over specifieke kwetsbaren of ouders en andere vertegenwoordigers van hen via social media zoals Instagram, TikTok, Facebook, Twitter, YouTube, etc. te communiceren. Dat geldt ook voor het maken en/of delen van foto’s, film of ander beeldmateriaal van kwetsbaren, of hun ouders en andere vertegenwoordigers op social media. Dat is niet geoorloofd tenzij daar schriftelijk toestemming voor is verleend.
Maak dus altijd een zorgvuldige afweging voordat je iets maakt of plaatst.

Het plaatsen van leuke en positieve berichten op sociale media over SVAA wordt gestimuleerd en toegejuicht. Daarbij wordt aan vrijwilligers gevraagd zich bewust te zijn van de effecten van eventuele negatieve berichtgeving. Deze berichten zijn, eenmaal geplaatst, niet meer te wissen. Maak dus ook wat dit betreft altijd een zorgvuldige afweging voordat je iets plaatst.

Leidraad bij het gebruik van bovengenoemde moderne communicatiemiddelen blijft je eigen gezonde verstand en je normen- en waardenbesef. Wees een voorbeeld voor andere vrijwilligers.

Voor advies over promotie via sociale media of met andere vragen kun je altijd bij leden van het bestuur van SVAA terecht.

12. Evaluatie

Deze gedragscode bevat normen voor onderlinge omgangsvormen. Soms zijn die normen klip en klaar, vaker moet je ze vertalen naar een concrete situatie. Dat is lastig, ook omdat de maatschappelijke werkelijkheid verandert. Wat wij twintig jaar geleden ‘normaal’ vonden, bijvoorbeeld ‘Zwarte Piet’, is dat nu niet meer.

Daarom is het belangrijk dat wij binnen onze organisatie met elkaar in gesprek blijven over deze gedragscode en de normen, die daaraan ten grondslag liggen. Het regelmatige gesprek hierover is noodzakelijk om gewenst gedrag te verankeren en ongewenst gedrag te benoemen en te bestrijden.

13. Positieve feedback

Met alle aandacht die gewenst is voor het aanspreken op ongewenst gedrag willen we het belang van positieve feedback niet uit het oog verliezen. Eén compliment voor een geleverde prestatie motiveert meer dan tien signalen over gedrag dat nog verbetering behoeft. Wij vragen vrijwilligers, en ook alle derden waarmee we samenwerken attent te zijn op zaken die goed gaan en vrijwilligers daar individueel of collectief waardering voor te geven.

14. Sancties bij overtreding van de gedragscode

Bij lichte overtredingen of de eerste keer dat bepaald gedrag voorkomt volgt een formele waarschuwing vanuit het bestuur. Indien deze waarschuwing niet voldoende is om het gedrag te corrigeren, bij herhaling of bij zwaardere vergrijpen wordt de relatie met de vrijwilligers beëindigd. Ook kan waar dat van toepassing is aangifte bij de politie worden gedaan.

15. Klachtenprocedure en vertrouwenspersonen

Het kan zijn dat de dialoog alleen niet voldoende oplossing biedt voor het hanteren van meningsverschillen over de inhoud en de toepassing van normen voor gewenst gedrag.

SVAA beschikt over de mogelijkheid om klachten in te dienen. Neem hiervoor contact op via de website of via onze vertrouwenspersonen. Hiermee kan een klacht verhelderd worden, opgelost worden, en in elk geval beoordeeld worden.

Aanspreekpunten binnen SVAA zijn Mireille Palland (06 52094124) en Erik van der Klei (06 51633867).
Heb je behoefte aan een gesprek met een van beiden? Dan kun je contact met Mireille of Erik opnemen.

16. Tenslotte

In deze code draait het om de bereidheid jezelf en andere vrijwilligers te blijven bevragen op gedrag. Is gedrag functioneel? Is het ook professioneel in relatie tot kwetsbaren, ouders, vertegenwoordigers en andere vrijwilligers? Is het fatsoenlijk? Is het moreel verantwoord? Het gesprek over dergelijke vragen vinden we belangrijker dan het slaafs navolgen van regeltjes.

We erkennen dat het voeren van dat gesprek - openstaan voor, (durven) aanspreken - moeilijker is dan je simpelweg aan regels houden. Gesprekken over ‘concrete voorvallen’ kunnen helpen om die drempel te verlagen. Daarom vragen wij eenieder die betrokken is bij SVAA, om met enige regelmaat over dilemma’s tijdens de activiteiten van SVAA te praten.